boekhouder veenendaal

Medische behandelingen zijn
vrijgesteld van BTW.

Paramedici vallen (tot eind 2012) ook onder deze vrijstelling,
maar vanaf 1-1-2013 is dit ANDERS!

 

 

Technische info:

Een BTW-vrijgestelde medische behandeling is sinds 1 december  1997 een behandeling die is vermeld in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie is er onduidelijkheid ontstaan over het wel of niet belast zijn van paramedische behandelingen door bijvoorbeeld een chiropractor, een acupuncturist,  een homeopaat of de  werkzaamheden door verzorgenden !

Over en uit: De bestaande vrijstelling voor de paramedici vervalt per 1 januari 2013!

Het gaat om complementaire (para)medische handelingen door CAM-artsen of fysiotherapeuten, zoals accupunctuur of osteopathie. Ook de (para)medische diensten door psychologen met een NIP-registratie, de NVO basis-orthopedagoog, de LVE-eerstelijnspsycholoog, de cognitief gedragstherapeut, de ECP-therapeut en psychologen met een HBO-opleiding pedagogen en chiropractoren zijn in 2013 belast met 21% btw.

Voor enkele differentiaties die qua opleidingsduur en -niveau gelijkwaardig zijn aan die van een gezondheidszorgpsycholoog, namelijk de kinder- en jeugdpsycholoog (incl. specialist), de psycholoog arbeid en gezondheid en de orthopedagoog-generalist blijft de btw-vrijstelling op grond van het beginsel van de fiscale neutraliteit gelden.

Wat te doen?

Voor niet-BIG-beroepsbeoefenaren en BIG-beroepsbeoefenaren die (para)medische handelingen verrichten waarvoor ze geen BIG-opleiding hebben genoten betekent dit wetvoorstel dat zij volgend jaar geheel of gedeeltelijk btw-plichtig worden.

Zij moeten verzoeken om de uitreiking van aangiftebiljetten en ter zake van deze (para)medische handelingen periodiek 21% btw op aangifte gaan voldoen. De btw op de hieraan toerekenbare kosten mag de (para)medische beroepsbeoefenaar periodiek in de btw-aangifte in aftrek brengen.

 

Kleine Ondernemers Regeling (KOR)

Para(medische) beroepsbeoefenaren die werkzaam zijn als eenmansondernemer of in een samenwerkingsverband van natuurlijke personen (maatschap, v.o.f. etc.) kunnen de kleine ondernemersregeling (KOR) toepassen indien in 2013 na aftrek van voorbelasting niet meer btw verschuldigd is dan € 1.883. De KOR houdt in dat het verschuldigde btw-bedrag van € 1.883 of minder wordt verminderd met 2,5 x (€ 1.883 -/- verschuldigde btw). Indien aannemelijk is dat door deze vermindering per saldo geen btw verschuldigd is kan de fiscus verzocht worden om ontheffing van administratieve verplichtingen. In dat geval hoeft de btw-ondernemer geen btw-aangiften in te dienen, behoudens voor zover hij verwervings-btw of verlegde btw verschuldigd is (zie 11.1).

 

Een (para)medische beroepsbeoefenaar die voor 2013 ontheffing van administratieve verplichtingen wenst dient hiervoor in 2012 een verzoek in te dienen. De ontheffing geldt namelijk in het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin het verzoek is ingediend.

 

Vraag

Geldt de beëindiging van de btw-vrijstelling voor paramedici per 1 januari 2013 ook voor zelfstandigen in de thuiszorg die diensten verlenen aan personen met een AWBZ-/WMO-indicatie?

Antwoord

Nee. De vrijstelling voor de diensten van (para)medici is geregeld in artikel 11, lid 1, onderdeel g, sub 1, letter a van de Wet op de Omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Deze vrijstelling wordt per 1 januari 2013 beperkt tot de gezondheidskundige verzorging van de mens door een Wet BIG-beroepsbeoefenaar behorend tot het gebied van deskundigheid van de beroepsbeoefenaar zoals dit is omschreven in het bepaalde bij of krachtens de Wet BIG.

De vrijstelling voor thuiszorg aan personen met een AWBZ-indicatie en huishoudelijke zorg aan personen op basis van de WMO is echter geregeld in artikel 11, lid 1, onderdeel g, sub 2 Wet OB en verandert niet per 1 januari 2013.

 

Voor zelfstandigen in de thuiszorg die diensten verlenen aan personen met een AWBZ-/WMO-indicatie verandert er niets na 1 januari 2013, zij dienen de vrijstelling als gewoonlijk toe te passen.

 

Wat te doen met de BTW op de reeds gedane investeringen in voorgaande  jaren ?

(Herziening na boekjaar ingebruikneming )

Indien in 2012 (termijn)facturen zijn ontvangen voor goederen of diensten die in 2012 nog niet in gebruik genomen zijn, mag de btw op deze facturen alsnog (deels) in aftrek worden gebracht in het tijdvak waarin het goed of de dienst in gebruik genomen wordt.

Voor investeringsgoederen die zich in 2012 en 2013 nog in de herzieningstermijn bevinden kan in de laatste aangifte van het boekjaar in beginsel alsnog een deel van de aanschaf-btw worden teruggevraagd.

Het begrip “investeringsgoederen” omvat (rechten op) onroerende goederen en roerende goederen waarop afgeschreven wordt voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Kenmerkend voor deze goederen is dat zij veelal een lange gebruiksduur hebben .

Voorbeeld

Iemand koopt in juli 2012 een nieuwe auto. De BTW (stel € 3.800)  hierover brengt hij niet in aftrek (was niet toegestaan). Een auto kwalificeert als investeringsgoed , wat met zich meebrengt dat de aftrek na 2012 – het jaar van ingebruikneming – nog vier boekjaren wordt gevolgd. Op de BTW-aangifte van het 4e kwartaal 2013 kan alsnog een vijfde deel van de BTW worden teruggevraagd, concreet dus € 760.

Meer BTW-Info:

Zie het E-book: “Snel Eenvoudig BTW” , te downloaden vanaf de site: www.adfiscalia.nl .

Hans van der Knijff CB